Freeride Skiën - Waar gaat het allemaal om?

Freeride ski's, poeder ski's, ski's voor buiten de piste of backcountry ski's - welke je ook kiest of hoe je ze noemt, ze zijn leuk!

Het feitelijke freeride skiën bevat het beklimmen van de berg en weer naar beneden skiën door de onaangetaste sneeuw. Dit, uiteraard, vereist een wat meer speciale ski, vergeleken bij het afdalen op de piste.

En sinds een deel van het genieten van een backcountry ski het omhoog wandelen bevat (tenzij je op een andere manier naar boven gaat, zoals met een skilift, sneeuwscooter of een helikopter), heb je ook een paar ski skins nodig. Deze zullen je voorzien van goede grip, die het mogelijk maakt om de berg op te wandelen.

Het ontwerp van poederski's

Poederski's zijn over het algemeen breder en worden geleverd met een flinke hoeveelheid rocker zodat ze je kunnen laten glijden op de poedersneeuw.Het brede middengedeelte van de ski's helpt je ook om op het oppervlak te blijven en neemt wat druk op je benen weg.

Dit betekent echter dat het uitvoeren van scherpe, carving bochten op de geprepareerde pistes lastiger is dan met normale piste ski's of all mountain ski's.

Welke backcountry ski moet ik kiezen?

Een van de belangrijkste dingen waar je over moet nadenken bij het uitkiezen van backcountry ski's is hoe vaak je er feitelijk op gaat rijden in de backcountry. Als je buiten de piste gaat dan is het hoe breder hoe beter. Maar als je zowel freeride als op de piste wilt rijden, zou een middengedeelte van 95-105 mm voldoende moeten zijn zodat je kunt glijden op de poedersneeuw en nog steeds goede bochten moet kunnen maken op de geprepareerde pistes.

Lees meer in onze ski-gids .